Schijnzelfstandigheid in de geschoolde beroepen: criteria en gevolgen

Bedrijfsvormen: Vermijd schijnzelfstandigheid.



Beeld: RRF / stock.adobe.com

Wie als zelfstandige optreedt, maar in juridische zin daadwerkelijk in loondienst is, valt onder de zogenaamde schijnzelfstandigheid. Dit kan verschillende problemen opleveren: Onder andere de intrekking van het freelancerstatuut en de daaropvolgende betaling van sociale bijdragen door werkgevers en werknemers. Iedereen die contractwerk verricht, kan worden getroffen door schijnzelfstandigheid – het risico op schijnzelfstandigheid is daarom relatief hoog, zelfs voor zelfstandige ambachtslieden.

In dit artikel leggen we uit hoe schijnzelfstandigheid herkend, gecontroleerd en vermeden kan worden.



Tevreden

  1. Wat is schijnzelfstandigheid?
  2. Hoe kan schijnzelfstandigheid worden vastgesteld?
  3. Wat zijn de gevolgen van schijnzelfstandigheid?
  4. Hoe kan schijnzelfstandigheid worden voorkomen?

Wat is schijnzelfstandigheid?

In tegenstelling tot werknemers zijn zelfstandigen over het algemeen niet verplicht om sociale zekerheid te betalen, zodat ze niet noodzakelijkerwijs bijdragen hoeven te betalen voor pensioen, langdurige zorg, werkloosheid en ziekteverzekering. Of ze zich beschermen tegen eventuele risico’s is dus aan hen. Het is echter van cruciaal belang dat ook het statuut van zelfstandige van toepassing is. De kenmerken van daadwerkelijke zelfstandige arbeid zijn onder meer:

  • Vrije organisatie van werk en activiteit
  • Zelfbeschikking van de arbeidsduur
  • Vrije beschikking over eigen arbeid
  • Keuzevrijheid voor ondernemers
  • Ondernemersrisico

Als deze criteria op onderdelen niet van toepassing zijn, kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid. Het onderzoek naar schijnzelfstandigheid is echter meestal complex en de beoordeling hangt uiteindelijk af van het totaalbeeld van de omstandigheden van de vermeende zelfstandige. Er kunnen echter ook kenmerken worden geïdentificeerd voor schijnzelfstandigheid. Volgens § 7 lid 1 SGB IV zijn indicaties van tewerkstelling de activiteit volgens instructies en de integratie in de werkorganisatie van de klant.

Een activiteit volgens instructies is te herkennen aan het recht om instructies of aanwijzingen te geven, waarmee werkgevers werknemers op de volgende punten kunnen bepalen:

  • Werktijd
  • Werkplek
  • Werkuren
  • Wijze van uitvoering van het werk

De volgende punten pleiten voor integratie in de arbeidsorganisatie van een bedrijf:

  • Doorbetaling van het loon in geval van verlof of ziekte
  • Recht op verlof
  • Vaste werkplek en gebruik van arbeidsmiddelen van de werkgever
  • Vergoeding voor overuren

Een andere aanwijzing voor integratie in de arbeidsorganisatie kan ook een overeenkomst zijn tussen de aannemer en de werkgever over sociale voordelen voor de onderneming, zoals een bedrijfspensioenregeling of kapitaalvormende voordelen. Het spreekt ook in het voordeel van schijnzelfstandigheid als de aannemer gewoonlijk voor een langere periode voor één opdrachtgever werkt en de door hem geplaatste opdrachten een beslissend aandeel in de omzet van de opdrachtnemer hebben.

Als in het geval van een zogenaamd zelfstandige de activiteit volgens instructies en de integratie in de arbeidsorganisatie kunnen worden vastgesteld, kan dit spreken van een schijnzelfstandigheid, zodat indien nodig een onderzoek kan worden gestart.

Hoe kan schijnzelfstandigheid worden vastgesteld?

Verschillende functies kunnen worden overwogen voor het onderzoek naar schijnzelfstandigheid. De status kan bijvoorbeeld worden bepaald door de Duitse pensioenverzekeringsfederatie, het verantwoordelijke belastingkantoor, een arbeidsrechtbank of via sociale verzekeringen. Op deze manier kunnen zowel aannemers als opdrachtgevers een aanvraag indienen voor een zogenaamde facultatieve enquêteprocedure om blijvende rechtszekerheid te waarborgen en schijnzelfstandigheid uit te sluiten. Vaak worden de verzoeken echter ook door een derde partij gedaan. Bijvoorbeeld van een zorgverzekeraar die al schijnzelfstandigheid vermoedt en de te betalen premies wil claimen.

In deze zogenaamde statusbepalingsprocedure wordt vervolgens de status van de sociale zekerheid gecontroleerd en bepaald. Een examen kan zich echter maar op één con richtenKreta contractuele relatie. Als de zogenaamde zelfstandige meerdere klanten heeft, moet elk van deze contractuele relaties ook afzonderlijk worden onderzocht. Het is heel goed mogelijk dat, hoewel zelfstandige arbeid van toepassing is op een of meer contractuele relaties, andere in feite afhankelijke activiteiten zijn die onderworpen zouden zijn aan socialezekerheidsbijdragen in juridische zin.

Wat zijn de gevolgen van schijnzelfstandigheid?

Als in een statusbepalingsprocedure daadwerkelijk wordt vastgesteld dat het om schijnzelfstandigheid gaat, heeft dit verschillende gevolgen:

  • Verplichte verzekering voor de vroegere zelfstandigen.
  • Sociale zekerheidsbijdragen en inkomstenbelasting voor de volledige duur van de contractuele relatie moeten worden terugbetaald.
  • De voorheen zelfstandige moet een volwaardige werknemer worden.
  • De opgegeven omzetbelasting en voorbelastingaftrek van zelfstandigen worden ongeldig.
  • Indien nodig, gerechtelijke procedures voor belastingontduiking (in geval van opzet).

De verzekeringsplicht en de bijbehorende premiebetalingen gelden in beginsel met terugwerkende kracht vanaf het begin van de contractuele relatie. Hoe langer de arbeidsrelatie al bestaat, hoe hoger de aflossingen. Daarom is het zinvol om de facultatieve procedure voor de vaststelling van de status in te leiden in geval van dubbelzinnigheden aan het begin van de contractuele relatie om latere discrepanties op te helderen en de rechtszekerheid te waarborgen.

Er is een bijzondere bepaling voor de terugbetaling van bijdragen indien de statusbepalingsprocedure wordt aangevraagd binnen een maand na de aanvang van de activiteit, omdat dan de mogelijkheid bestaat dat de socialezekerheidsverplichting pas zal ontstaan wanneer de beslissing over het statuut wordt aangekondigd. Deze bepaling kan echter enkel van toepassing zijn indien de werknemer instemt met deze latere aanvang van de verplichte verzekering en zich er in de periode tussen het begin van de contractuele relatie en de beslissing over het statuut toe heeft verbonden zelf een verzekering aan te bieden die dezelfde socialezekerheidsuitkeringen biedt.

Hoe kan schijnzelfstandigheid worden voorkomen?

De gevolgen van schijnzelfstandigheid kunnen ernstig zijn en met name kleinere ondernemers in financiële problemen brengen. Het is daarom logisch, zowel als aannemer als als opdrachtgever, om een relatie van schijnzelfstandigheid van meet af aan zoveel mogelijk te vermijden:

  • Informeer over de juridische situatie
  • Controleer het contract zorgvuldig
  • Laat het recht van richting duidelijk bij de zzp’ers
  • Het scheiden van de plaats en de middelen van het werk
  • Vraag als zelfstandige vrijstelling van de verplichte pensioenverzekering aan bij de Duitse pensioenverzekeringsfederatie

Indien er nog onduidelijkheid is, kan de hierboven beschreven statusbepalingsprocedure zowel door opdrachtnemer als door opdrachtgever worden aangevraagd.

Deel dit artikel: