Arbeidsveiligheid in de winter: bescherming tegen gevaren buitenshuis

Twee bouwvakkers dragen beschermende kleding om de arbeidsveiligheid in de winter te garanderen.



Beeld: Seventyfour / stock.adobe.com

Het koude seizoen breekt weer aan en brengt veel gevaren met zich mee voor ambachtslieden die buiten werken. Naast de koude, donkere paden kunnen slecht zicht en gladde wegen door sneeuw en ijs het risico op ongelukken enorm vergroten. Wij laten u zien wat u kunt doen om ervoor te zorgen dat u en uw medewerkers in de winter goed beschermd zijn en dat de arbeidsveiligheid gewaarborgd kan worden.

Zorgen voor de juiste verlichting

In de winter zijn de dagen korter. Voor buitenbouwwerkzaamheden betekent dit dat het vaak in het donker plaatsvindt – vooral als het ’s ochtends of laat in de middag gebeurt. Om ongevallen als gevolg van slecht zicht te voorkomen, moet u zorgen voor arbeidsveiligheid door de juiste verlichting op de werkplek. Volgens de werkgeversaansprakelijkheidsverzekeringsvereniging voor de bouwsector moeten de werkruimten gelijkmatig worden verlicht door kunstlicht met een verlichtingssterkte van ten minste 20 tot 500 lux, afhankelijk van het werkterrein.



Algemene verlichtingssterktes

Algemene verlichting op bouwplaatsen Verlichtingssterkte
Bouwconstructie 20 lux
Burgerlijke bouwkunde 20 lux
Staal- en metaalconstructie 20 lux
Spoor 50 lux
Tunneling 100 lux
Sanitaire en sociale ruimtes 200 lux
Kantoren 500 lux

Verlichtingssterktes op gedeeltelijke oppervlakken tijdens bepaalde activiteiten

Operaties Verlichtingssterkte
Werken aan houtbewerkingsmachines 500 lux
Ruw montagewerk 50 lux
Middelfijn montagewerk 100 lux
Fijn montagewerk 200 lux

Bij het verlichten moet je er ook voor zorgen dat ondanks de verlichting, beveiligingskleuren zoals op bewegwijzering herkenbaar blijven.

Elimineer uitglijdende gevaren op paden en op de werkplek

Vooral in de winter kunnen paden door regen, zwart ijs, bladeren of sneeuw struikelen en wegglijden. Als werkgever moet u er dus voor zorgen dat paden op het terrein en op de werkplek vrij zijn van dergelijke gevaren. Verwijder daarom regelmatig bladeren en ruim sneeuw op van paden, steigers en trappen. Strooi bovendien op deze plaatsen wanneer de temperatuur erg laag is en rond het vriespunt of lager. Bij ijzige werkoppervlakken is er ook kans op ongevallen. Hier is het raadzaam om blunting- of ontdooimiddelen te gebruiken.

Gebruik weers- en koudebeschermingskleding

Bij ijzige temperaturen is de juiste werkkleding belangrijk, vooral als je buiten werkt. Weersbestendige kleding beschermt tegen vocht, wind en een omgevingstemperatuur tot -5 °C. Als de temperaturen lager zijn dan -5 °C, wordt de zogenaamde koude beschermende kleding gebruikt. Dit biedt een sterkere bescherming tegen de omgevingskou.

Arbeidsveiligheid door fluorescerend en reflecterend materiaal

Voor buitenwerk moet je in de winter niet alleen goed beschermd zijn tegen het weer, maar ook goed zichtbaar zijn. Vooral in het koude seizoen kan mist of regen het zicht naast de duisternis verslechteren. Daarom is het belangrijk om de juiste kleding met hoge zichtbaarheid te dragen om de veiligheid op het werk te waarborgen. De DIN-norm voor goed zichtbare kleding (DIN EN ISO 20471) specificeert hoe lichtgevende en reflecterende kleding met hoge zichtbaarheid moet worden ontworpen. De DIN-norm verdeelt kleding met hoge zichtbaarheid in drie verschillende prestatieklassen. Afhankelijk van hoe groot het gevaar op de betreffende werkplek is, moet kleding van een bepaalde klasse met hoge zichtbaarheid worden gedragen. Hoe hoger de klasse, hoe meer kledingoppervlak bedekt is met zichtbaar materiaal. De hoogste klasse is klasse 3 en de laagste is klasse 1.

Minimale oppervlakten zichtbaar materiaal in m²

Zichtbaar materiaal Kleding klasse 3 Kleding Klasse 2 Klasse 1
Fluorescerend achtergrondmateriaal 0,80 m² 0,50 m² 0,14 m²
Retroreflecterend materiaal 0,20 m² 0,13 m² 0,10 m²
Materiaal met gecombineerde eigenschappen 0,20 m²

Trouwens: Volgens DIN EN ISO 20471 kunt u vrij kiezen of de kleuren van de fluorescerende oppervlakken geel, oranjerood ofhet moet rood zijn. Alleen in bepaalde werkgebieden zijn er beperkingen. Zo mag op het gebied van vuilnisophaling en wegwerkzaamheden enkel fluorescerend oranjerood of geel waarschuwingskleding gedragen worden volgens de administratieve voorschriften van de Wegcode.

Verhoogde veiligheid op het werk door opwarmfasen

Naast beschermende maatregelen en de juiste kleding tegen kou is het ook belangrijk om medewerkers te voorzien van voldoende opwarmperiodes. Bij een omgevingstemperatuur van 10 tot -5 °C wordt een maximale koude blootstelling van 150 minuten geboden volgens DIN 33403-5. Na deze tijd moet u uw werknemers een opwarmpauze van tien minuten geven. Bij temperaturen van -5 °C tot -18 °C is de maximale blootstellingstijd aan kou 90 minuten en de aanbevolen opwarmtijd 15 minuten.

Lees meer

Deel artikel: