Afbeelding door digitalstock – stock.adobe.com
Als u duurzaam wilt bouwen en lange transportroutes wilt vermijden, doet u er goed aan om rekening te houden met lokale houtsoorten. In het volgende artikel krijgt u een overzicht van de meest populaire inheemse houtsoorten, hun eigenschappen en mogelijke toepassingen.
Tevreden
- Tamme naaldhoutsoorten
- Inheemse loofbomen
- Tamme naaldhout en hardhout – het duurzame alternatief
Tamme naaldhoutsoorten
Spar (Picea abies)
Sparrenhout is een van de meest populaire houtsoorten in Europa. De naaldspar kan bijzonder veelzijdig worden gebruikt, wat de houtsoort zo populair maakt. Een groot voordeel van sparrenbomen is dat ze relatief snel groeien en daarom altijd beschikbaar zijn in regionale stands om als hout te worden verwerkt. Vurenhout is vrij middelzwaar, waardoor gewicht, sterkte en elasticiteit in een goede relatie tot elkaar staan. Bovendien is vurenhout zacht en heeft het een lage dichtheid, daarom is het zeer eenvoudig te verwerken en veelzijdig. Houd er echter rekening mee dat vurenhout, als het buiten moet worden gebruikt, altijd een oppervlaktebehandeling vereist, zodat het weerbestendig is. Het hout van sparren wordt vaak gebruikt als constructiehout, bijvoorbeeld voor dakspanten en interieurontwerp, maar ook voor trappen, meubels en geluidswerende wanden.
Douglasspar (Pseudotsuga menziesii)
De naaldboom Douglasspar, afkomstig uit Canada, is sinds de 18e eeuw wijdverspreid in Europa en wordt steeds vaker gebruikt als alternatief voor sparrenhout. Het hout is weerbestendiger en verdraagt droogte en hitte veel beter. Daarnaast is het hout van de Douglas spar zwaarder en harder dan dat van de spar en heeft het Douglassparhout goede sterkte- en elasticiteitseigenschappen. Oppervlaktebehandeling is echter ook nodig om optimaal met weersomstandigheden om te gaan. Het hout van de douglasspar wordt gebruikt voor dakconstructies, raam- en deurconstructies en voor dragende bouwconstructies. Het kan ook zonder aarzeling worden gebruikt voor wandbekleding en buitengevels.
Den (Pinus sylvestris)
Net als sparren is den vooral wijdverspreid in Duitsland. Dennenhout is vrij middelzwaar en is zowel elastisch als sterk. Afgezien van de vrij hoge harsontwikkeling, kan het hout van de den goed worden verwerkt. Als het geschaafd is, kan het soms scheuren. Als het in contact komt met grond, moet het zeker van tevoren worden behandeld, anders kan het leiden tot verrotting. Dit geldt vooral wanneer het wordt gebruikt in framebouw en landschapsarchitectuur en tuinbouw. Binnenshuis wordt het gebruikt voor deuren, ramen, vloeren en meubelbouw.
Lariks (Larix decidua)
Larikshout is een bijzonder harde inheemse houtsoort, die zelfs het immer populaire eikenhout overtreft in termen van hardheid en zwaarte. Naast het zelden gebruikte taxushout is larikshout het zwaarste en hardste naaldhout dat in Duitsland als hout verkrijgbaar is. Bij de verwerking moet worden opgemerkt dat larikshout bijzonder harsachtig is. Anders kan het naaldhout echter uitstekend worden verwerkt, omdat sterkte en elasticiteit in een goede relatie tot elkaar staan. Bovendien is larikshout duurzaam, maar moet het van tevoren worden behandeld als het buiten wordt gebruikt. Hier wordt het gebruikt in tuinieren en landschapsarchitectuur, maar ook in de bouw van bruggen of de bouw van kinderspeelplaatsen. Daarnaast wordt larikshout vaak aangetroffen in de meubelbouw.
Inheemse loofbomen
Eik (Quercus petraea of Quercus robur)
Het hout van de eik is robuust en duurzaam en is altijd een van de meest populaire loofbomen geweest die voor de bouw worden gebruikt. Eikenpalen dragen al vele eeuwen steden als Venetië en Amsterdam, wat niet verwonderlijk is omdat het kernhout van eikenhout bijna onverwoestbaar is onder water. Eikenhout is hard en middelzwaar en wordt buigzaam wanneer het wordt gestoomd. Bovendien is het zeer weerbestendig, daarom kan het onbehandeld buiten worden gebruikt. De uitstekende sterkte-eigenschappen zijn het gevolg van de hoge dichtheid en anatomische structuur van de hardhoutsoorten en ook de hoge slijtvastheid is het gevolg van deze positieve eigenschappen. Een ander voordeel van eikenhout is dat het hout heel gemakkelijk verwerkt kan worden. Houd er echter rekening mee dat eikenhout een G heeftbevat erfelijk zuur, waardoor spijkers en schroeven na verloop van tijd gaan roesten. Eikenhout is altijd een veel gebruikt materiaal geweest in de meubelbouw, waarbij massief eikenhouten meubels als bijzonder waardevol worden beschouwd. Verder wordt het gebruikt op het gebied van schrijnwerk en wordt het gebruikt in het interieurontwerp in de vorm van kozijnen, trappen, ramen en deuren. Parketvloeren van eikenhout zijn nog steeds populair. Omdat eikenhout waterbestendig is, wordt het ook gebruikt in de scheepsbouw.
Beuk (Fagus)
Beuken vormen de meerderheid van de inheemse loofbossen – 15 procent van alle Duitse bossen bestaat uit beuken. Beukenhout is erg hard en heeft een hoge slijtvastheid. Dit maakt het hout interessant voor verdere verwerking en houtgerelateerd gebruik. Als je beukenhout stoomt, kan het uitstekend gebogen worden. Daarnaast draagt de homogene structuur van het beukenhout bij aan het optimaal schaven, draaien, polijsten en zagen ervan. Als beukenhout buiten wordt gebruikt, moet het oppervlak worden behandeld, omdat het hout gevoelig is voor schimmelaantasting. In het droogproces kan het krimpen en weer opzwellen onder invloed van water. In buitenruimtes wordt beukenhout vaak gebruikt voor spoorbielzen. Beukenhout heeft de voorkeur voor de constructie van hoogwaardige en robuuste meubels. Bovendien is het hout ideaal voor vloeren, omdat het drukbestendig is vanwege de hardheid en taaiheid.
Linde (Tilia)
In Duitsland maken lindebomen traditioneel deel uit van het beeld van dorpsidylle, omdat bijna elk dorp oorspronkelijk een lindeboom op het marktplein of een andere centrale ontmoetingsplaats had. Lindehout is vrij zacht en taai en heeft goede elasticiteitseigenschappen. Erg flexibel is het echter niet. Het hout van de lindeboom droogt ook vrij langzaam en heeft de neiging om te barsten. De weersbestendigheid van kalkhout is daardoor beperkt. Lindehout wordt daarom vaker binnenshuis gebruikt en wordt hier veel gebruikt in beeldhouwkunst, houtdraaien en instrumentbouw.
Berk (Betula)
Berken groeien relatief snel en zijn daarom bij uitstek geschikt voor de houtbewerkingsindustrie als hout. De inheemse bladverliezende struik is vrij licht en medium hard en heeft een goede flexibiliteit en elasticiteit. Aan de andere kant is het hout wat minder robuust en traag en is het niet bijzonder weerbestendig. Onder water heeft berkenhout echter een optimale weerstand. Het hout van berken wordt vaak gebruikt voor fineer en multiplex en wordt gebruikt in de meubelbouw. Wasknijpers en bezemstelen zijn ook vaak gemaakt van berkenhout. Voor bouwconstructies is hout uit den boze vanwege de lage traagheid.
Kers (Prunus avium)
Lokale kersenbomen brengen een hoge hitte- en droogtetolerantie met zich mee en dragen bij aan een ontspannen stadsbeeld, vooral in het voorjaar vanwege hun prachtige bloemen. In binnenlandse bossen worden kersen geteeld als hout, omdat het middelharde hout goede elasticiteits- en sterkte-eigenschappen heeft. Het hout is relatief duur en kan goed verwerkt worden. Kersenhout is vooral populair in de meubelbouw, waar het wordt gebruikt voor hoogwaardige massief houten meubels. Meubels uit de Biedermeier-periode bestonden grotendeels uit kersenhout en zijn vandaag de dag nog steeds erg populair bij antiekverzamelaars. Verder wordt het kersenhout gebruikt voor verfijnde interieurs en is het vaak te vinden in historische gebouwen in de vorm van lambrisering. Edelfineer bestaat vaak uit het hout van de kersenboom. Kersenhout komt ook veel voor bij het maken van instrumenten, vooral voor kostbare instrumenten zoals violen.
Tamme naaldhout en hardhout – het duurzame alternatief
Binnenlandse houtsoorten hebben uitstekende eigenschappen, daarom is het logisch om ze te gebruiken in plaats van exotische houtsoorten te importeren. Terwijl sommige houtsoorten zoals sparren, douglassparren en eiken voornamelijk in de bouw worden gebruikt, worden andere houtsoorten zoals lariks, beuken en kalk gebruikt in het interieurontwerp. Hoogwaardige houtsoorten zoals eiken en kersen zijn ideaal voor de bouw van kostbare massief houten meubels zonder de noodzaak van lange transportroutes die een negatieve impact hebben op het milieu.