Een leerbedrijf worden: voorwaarden, voor- en nadelen

Een trainer met zijn trainees in het leerbedrijf.



Beeld: auremar / stock.adobe.com

Tegenwoordig is de zoektocht naar geschikte specialisten vaak uitdagend. Een mogelijkheid is om de volgende generatie op te leiden in je eigen bedrijf. Het worden van een leerbedrijf is echter gekoppeld aan enkele noodzakelijke voorwaarden en verplichtingen. Wat u moet weten voor de beslissing en de verdere weg, hebben we hier voor u samengesteld.

Wie mag er überhaupt trainen?

Natuurlijk kan een bedrijf niet “zomaar” beginnen met trainen en beginnen met het aannemen van stagiairs. Essentiële punten moeten worden bereikt: het bedrijf is in staat om stagiairs adequaat voor te bereiden op hun toekomstige beroep, d.w.z. hen een degelijke opleiding aan te bieden. Of dit het geval is, wordt gecontroleerd door de betreffende Kamer van Ambachten of IHK. De voorwaarden zijn onder meer dat ten minste één persoon in het bedrijf een trainerskwalificatie heeft. Volgens de Wet op de beroepsopleiding mogen alleen degenen die zowel persoonlijk als professioneel geschikt zijn en hun professionele geschiktheid hebben bewezen, opleider worden. Maar wat betekent dat in detail?



Voorwaarden waaraan een leerbedrijf moet voldoen

Om te mogen trainen, heeft een bedrijf iemand nodig die verantwoordelijk is voor de training, medewerkers met specialistische kennis en apparatuur die uitgebreide training mogelijk maakt. Zo moeten er werkplekken zijn waar de cursisten de inhoud van de opleiding kunnen aangeleerd krijgen. Een ander belangrijk criterium waaraan de kamers aandacht besteden, is het aantal stagiairs in verhouding tot het aantal geschoolde werknemers in het bedrijf. Hoe deze verhouding eruit zou moeten zien, is niet wettelijk geregeld, maar aanwijzingen zijn te vinden in een aanbeveling van het Federaal Instituut voor Beroepsonderwijs en -opleiding uit 2015. Dienovereenkomstig komen de volgende naar voren:

  • één stagiair één tot twee geschoolde werknemers
  • twee trainees drie tot vijf specialisten
  • drie trainees zes tot acht specialisten
  • voor elke extra stagiair, drie extra specialisten

Als niet aan alle eisen wordt voldaan, zijn er nog mogelijkheden om beroepsopleidingen aan te bieden, bijvoorbeeld door samen met andere bedrijven een opleidingsnetwerk te vormen of door samenwerkingen aan te gaan.

Rechten en plichten

Een stage omvat enkele van de verplichtingen van het bedrijf. Zo moet de arbeidsmiddelen gratis ter beschikking staan van de stagiairs. Daarnaast moeten stagiairs worden vrijgelaten voor vakschoollessen en examens. De belangrijkste taak is om de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het beroep over te dragen als onderdeel van de training. Natuurlijk heb je als trainer ook rechten, waaronder bijvoorbeeld het verwachten van motivatie, orde en geheimhouding van stagiairs.

Hoe word je een instructeur

Welke kennis, vaardigheden en capaciteiten moeten worden bewezen en hoe is geregeld in de Trainer Aptitude Ordinance, kortweg AEVO, die is gebaseerd op de Wet op de Beroepsopleiding. Er zijn verschillende punten voor professionele aanleg: Ten eerste is er professionele aanleg, die kan worden bewezen door het voltooien van een beroepsopleiding. Daarnaast moet de opleider-in-spe echter ook de beroeps- en werkpedagogische aanleg hebben en dit wordt bepaald in een examen.

Trainer proeve van bekwaamheid

Als onderdeel van de bekwaamheidstest van de trainer worden competenties beoordeeld op vier actiegebieden, die taken zijn in de trainingsrelatie. Dit zijn:

1. Controleer de trainingsvereisten en plan de training
2. Opleidingen voorbereiden en deelnemen aan de werving van stagiairs
3. Training geven
4. Voltooi de training.

De trainer proeve van bekwaamheid kan worden afgelegd bij elke Kamer van Ambachten of Kamer van Koophandel en Industrie, het bestaat uit een schriftelijk en een praktisch examen. Ter voorbereiding zijn er de AdA-cursussen, een afkorting voor “Training of Trainers”. In de regel hebben meester-ambachtslieden hun geschiktheid al bewezen als onderdeel van het examen van hun meestervakman en mogen ze dus een opleiding volgen in hun ambacht.

Een leerbedrijf worden: is het de moeite waard? Voors en tegens

Het grootste pluspunt en krachtigste argument om een leerbedrijf te worden, is waarschijnlijk het voorkomen van het dreigende tekort aan vakmensen en dus ook om iets te doen voor de toekomst van het eigen bedrijf. Een leerling die na het afronden van zijn beroepsopleiding in het bedrijf blijft, kent zich daar al en hoeft niet meer getraind te worden. Daarnaast nemen trainees tijdens hun stagetijd van nature veel taken op zich en leveren ze hun bijdrage, waarmee ze hun ervaren collega’s kunnen ontlasten. Last but not least kan het voor het bedrijf zeker zeer verrijkend zijn om kennis en vaardigheden door te geven aan een jongere en hem zo een goede opleiding te geven.

Aan de andere kant, aan de andere kant, zijn er waarschijnlijk de inspanningen en kosten voor het creëren van een trainingsplaats, die zeer verschillend kunnen zijn, afhankelijk van de bestaande omstandigheden in het bedrijf. Zo kost bijscholing, dus voorbereiding op de trainersproeve van bekwaamheid, tijd en geld. Zoals hierboven beschreven moet het leerbedrijf voldoen aan de eisen en verplichtingen hebben ten opzichte van de stagiair, wat ook eerst moet gebeuren. Of het de moeite waard is om trainer te worden, kan niet universeel op deze manier worden beantwoord. Maar het afwegen voor je eigen bedrijf is zeker de moeite waard!

Deel artikel: